Vreemdelingendossiers

Stille getuigen van het verleden

Herman Schwarcz

Herman Schwarcz is een Hongaarse rabbijn uit Boedapest die eind 1958 zijn thuisland vaarwel zegt en naar België vertrekt. Eind oktober 1958 komt hij aan in Borgerhout, met een doorreisvisum. Blijkbaar wil hij verschepen naar Uruguay, maar om medische redenen moet hij zijn reis twee weken stil leggen. In de tussenperiode vraagt hij het vluchtelingenstatuut aan. Het is het begin van heel wat bureaucratische verwikkelingen.

De Vreemdelingenpolitie begrijpt niet waarom Herman Schwarcz een transitvisum heeft gekregen terwijl er geen emigratievisum op diens paspoort staat en verdenkt het Belgisch consulaat te Boedapest van slordigheid. Na verificatie blijkt de betrokkene ook geen ticket te hebben op een schip dat vanuit Antwerpen naar Zuid-Amerika vaart. Aangezien de Belgische autoriteiten er nog steeds van uitgaan dat Herman Schwarcz slechts op doorreis is in België, wil men hem geen asiel verlenen. België geldt immers niet als opvangland.

Uiteindelijk wordt de zaak uitgeklaard wanneer men vaststelt dat het consulaat-generaal van Uruguay in Wenen twee personen met elkaar heeft verward. Een emigratievisum werd uitgereikt aan een andere persoon met de familienaam Schwarcz, eveneens afkomstig uit Boedapest. Dat verandert meteen het statuut van Herman Schwarcz: hij geldt niet langer als een transitmigrant, maar als een uitgewekene die rechtstreeks naar België is gekomen en dus als vluchteling kan worden erkend. Tot zijn dood in 1983 zal hij in Antwerpen wonen.